Vlaamse Beweging | Albrecht Rodenbach

Vlaamse Beweging

Albrecht is een cultuurnationalist en verwacht niet veel van staat en politiek voor Vlaanderens herleving. Met zijn studentenbeweging tracht hij een ‘Kulturkampf’ te voeren, het wekken van het volk tot een nationaal bewustzijn door de herbronning van het onderwijs, de kunst en de gehele cultuur van volkse tradities. Albrecht is er namelijk van overtuigd dat enkel door een dergelijk krachtig katholiek en Vlaamsgezind mentaal verweer het land gered kan worden van de kanker van de verfransende loge. In 1878 brengt hij zijn eerste bundel Eerste Gedichten uit. Met deze dichtbundel levert hij een belangrijke bijdrage aan de manifestatie van een Vlaamse jeugdcultuur rond 1880.

Tijdens zijn derde academiejaar verzwakt Albrechts positie als studentenleider. Dit is enerzijds het gevolg van het feit dat zijn horizon ruimer wordt en anderzijds eist zijn literaire werk steeds meer tijd op. Daarenboven distantieert hij zich geleidelijk van zijn afkomst, die hij afdoet als bekrompen en fanatiek. De afstand ten opzichte van zijn verleden gaat gepaard met de toetreding tot een nieuwe vriendenkring, de Franstalige studentengroep waaruit later het blad La Jeune Belgique voortkomt. Deze ontwikkeling stuit op weerstand en er ontstaat een conflict tussen West-Vlamingen gelieerd aan Albrecht en niet-West-Vlamingen gelieerd aan Pol de Mont. Wat tot uiting komt in Met Tijd en Vlijt.

Vlaanderen die leeuw, tril, oude toren. En paar uw lied met onze koren. Zing, ik ben Roeland, ik kleppe brand. Luide triomf in Vlaanderland!

Albrecht komt als verliezer uit de strijd. Hij ziet zich dan ook genoodzaakt om zich terug te trekken uit Met Tijd en Vlijt en uit de Studentenafdeling van het Davidsfonds. De gemeenschappelijke initiatieven van de Algemene Studentenbond beperken zich vanaf dat moment enkel nog tot de uitgave van Het Pennoen. Het blad evolueert tot een algemeen cultuurtijdschrift. Albrechts bijdragen hebben niet meer hetzelfde mobiliserende karakter als die in de voorgaande jaargang. Het zijn meer literaire teksten en essays over kunst.

De samenwerking tussen Pol de Mont en Albrecht is voorgoed voorbij. Dit wordt duidelijk wanneer Albrecht in 1880 een eigen bondstijdschrift lanceert onder de naam Het Nieuw Pennoen. Maar net als Het Pennoen, heeft ook dit nieuwe bondstijdschrift nog maar weinig met de studentenbeweging te maken.

Ondanks Albrechts isolement binnen de studentenbeweging, blijft hij zich ervoor inzetten. Hij start met de publicatie van toneelstukken voor spelersgilden en plant de uitgave van een bundel Liederen voor de Knapenschap. Na de zomervakantie van 1879 start hij met zijn bijdragen aan het nieuwe Leuvense weekblad La semaine des étudiants, waarin hij studenten oproept tot Vlaamsgezindheid en tot medewerking aan Met Tijd en Vlijt. Helaas kan Albrecht zijn nieuwe aanpak niet verder zetten. Hij sterft nog voor hij ten volle 24 wordt.

Zijn talenten heeft hij ten dienste gesteld ten voordele van de emancipatie van Vlaanderen en daar ligt Rodenbachs voornaamste betekenis voor de Vlaamse Beweging. Zijn krachtige oproep tot nationaal Vlaams zelfbewustzijn bleef een onaflatende inspiratiebron voor vele volgende studentengeneraties.